IK ga in script

IK ga in script

Een onbewust levensplan - met telkens opnieuw hetzelfde resultaat

In dit blog schrijf ik over script. Een begrip wat helpt om ons gedrag en interactiepatronen met anderen te duiden en beter te begrijpen. Wat is dan script? Is het fijn om te hebben of moet je er juist vanaf? In het kort verwijst script naar een mentaal patroon wat je hebt opgebouwd. Je zou het als je eigen handleiding kunnen beschouwen. Een handleiding waarin jij jouw verwachtingen hebt ‘beschreven’ hoe bepaalde situaties zullen gaan verlopen. Best handig. Je hoeft er niet meer over na te denken. Jouw reactie heb je immers ‘voor-geprogrammeerd’.

Verwachtingen en overtuigingen

Jouw script bestaat uit een set van overtuigingen. Je hebt deze al vroeg eigen gemaakt. Gekoppeld aan deze overtuigingen heb je verwachtingen aangenomen hoe sociale interacties zullen verlopen. En je gedrag is gekoppeld aan wat je verwacht dat er zal gaan gebeuren. Scripts kunnen daarmee nuttig zijn omdat ze je helpen om je gedachten en handelingen te structureren en te plannen. Je sociale interacties vanuit je eigen overtuiging en verwachting aangaan betekent dat je in script bent. De kans bestaat dat je ‘in script’ minder flexibel bent in de interactie met anderen.

Definitie: Het Script is het onbewuste levensplan waarmee mensen hun leven vormgeven en waartoe het jonge kind besluit als gevolg van ouderlijke programmering en ervaringen in zijn jeugd. Het is mogelijk om autonoom te leven, maar veel mensen leven om een (vermeende) opdracht van hun opvoeders uit te voeren. 

Waar komt jouw script vandaan?

Het is interessant om te onderzoeken hoe onze scripts zijn ontstaan en hoe ze ons gedrag beïnvloeden. Soms zijn je scripts het resultaat van je opvoeding. Op een ander moment zijn ze het resultaat van een eigen ervaring en hoe je daarop hebt gereageerd. Het kan gebeuren dat je scripts conflicten veroorzaken met andere mensen in jouw leven. Vooral als anderen scripts hebben die niet goed aansluiten bij die van jou. Door bewust te worden van je scripts en hoe ze jouw gedrag beïnvloeden, kunnen je leren om deze te veranderen of aan te passen als dat nodig is.

Uit de praktijk

Elke keer als Gert-Jan deel gaat uitmaken van een nieuwe groep is dat voor hem een spannend moment. En ongemakkelijk. Hoe moet hij zich hier verhouden? Wat wordt er van hem verwacht? Hij weet het niet. En dát maakt hem onzeker.  Hij trekt zich terug en wacht af welk spel er wordt gespeeld. Hij laat zich vervolgens meevoeren met de groep, En maakt zich klein. Pas als hij weet hoe ‘de hazen lopen’ komt hij uit zijn schulp. Vanaf dat moment probeert hij de controle te krijgen. Nu hij weet waar iedereen staat wil hij invloed uitoefenen op de groep. En weer is er een groep die dat niet accepteert.

Koos is werkloos geworden. Uit eigen beweging is hij gestopt met zijn eerste baan. Hij voelde zich onrechtvaardig behandelt. En dus was er geen andere keus dan te stoppen. Thuisgekomen werd zijn ontslag niet blij ontvangen. Maar dat deerde Koos niet. Hij kon immers niet anders. En met zijn arbeidsethos had hij zo weer werk, daar was hij van overtuigd. En inderdaad binnen twee weken had hij een nieuwe baan. Zie je wel! Als je je best maar doet. In zijn nieuwe baan werkte hij als een paard. Ook daar deed hij zijn uiterste best. En na twee weken lieten zijn collega’s hem links liggen.

Telkens een vergelijkbare uitkomst

Een script is een automatisme. Zonder dat je er bij na hoeft te denken voer jij in bepaalde situaties jouw bijpassende script uit. Dat is vaak erg handig en scheelt veel tijd. En omdat het script zo diep in jezelf aanwezig heb je er geen bewust weten van. Hoe jij reageert in een situatie is bepaald door jouw verwachtingen en overtuigingen rondom die situatie. Het gedrag wat je vervolgens (onbewust) laat zien is gebaseerd op verwachtingen en overtuigingen. Dat de uitkomst telkens gelijk is en niet altijd bevredigend, dat is gemakkelijk te wijten aan de ander.

Zo doen wij dat in onze familie

Een script, zeg maar jouw handleiding, is niet uit de lucht komen vallen. Ergens is er een moment of tijdvak geweest dat het uitleven van jouw script je heeft geholpen. Soms is jouw script een herhaling van wat zich al generaties lang op die manier wordt uitgevoerd. Trouw zijn aan je familiegeweten kan een bestaand script soms in stand houden. “Zo doen wij dat bij ons”. Ook kan het cultureel bepaald zijn hoe je handelt in bepaalde situaties.

Een combinatie van scripts

Een voorbeeld van een script in een familiesysteem is een script dat erop gericht is om conflicten te vermijden. Als er iets gebeurt wat leidt tot een mogelijk conflict, wordt er vooral geprobeerd dat op een of andere manier op te lossen of te negeren. In plaats van het rechtstreeks aan te pakken. Dit script is waarschijnlijk ontstaan uit een combinatie van onze individuele scripts en hoe we als gezin hebben geleerd om met conflicten om te gaan. Dit automatisch uitgevoerde script leidt telkens weer naar een zelfde uitkomst. 

Uit gebaande paden stappen

Script is een begrip uit de Transactionele Analyse. Het is een hulpmiddel om om je gedrag en interacties met anderen beter te begrijpen en om je patronen te veranderen als dat nodig is. Door je eigen scripts te onderzoeken kun je leren om verwachtingen en overtuigingen te veranderen als blijkt dat deze niet realistisch of gezond zijn. Het is zeker een uitdaging om uit gebaande paden te stappen en je scripts te veranderen. En het begint altijd met bewust zijn. Bewust worden wat jouw script gedrag is. Wat is je script én wanneer gá je in script.

Emoties erkennen

Je kunt door reflectie en zelfonderzoek veel ontdekken over jouw scripts. Hoe ze zijn ontstaan en hoe ze jouw gedrag beïnvloeden. Feedback vragen aan anderen is ook een goede ingang om meer over jezelf te leren en te ontdekken. Een andere mogelijkheid is om met behulp van een coach/therapeut jouw scripts leren te identificeren en te begrijpen. En om tools te ontvangen hoe deze aan te passen. Door emoties te erkennen en te leren hoe we ze op een gezonde manier kunnen uiten, kun je jouw scripts veranderen en je beter voelen over jezelf en je relaties met anderen.

Werk-in-uitvoering

Ook jij bent in dit leven “werk-in-uitvoering”. Dat betekent dat het normaal is om te groeien en te veranderen. Niet persé gemakkelijk, maar wel met een mooie opbrengst. De valkuilen die je tegenkomt, jouw overlevingsmechanisme wat in actie komt zodra jij iets wilt veranderen, het zijn noodzakelijke leermomenten in jouw proces. En hoe beter jij jouw overleving- of bescherming mechanismes kent hoe beter jij in staat bent deze te pareren. Op weg naar meer autonomie.

Weet je welkom met al jouw scripts.

De aarde is een pannenkoek

De aarde is een pannenkoek

Waar je overtuigd van bent, dáár geloof je in. Maar is dat nog relevant? 

En ik ben niet goed genoeg

Ben jij ervan overtuigd dat de aarde rond is? Velen zullen je in die overtuiging volgen. Een minderheid niet. Jouw overtuigingen zijn (vaak onbewuste) ideeën die je hebt. Over jezelf, over anderen, over de wereld. Daarbij zijn ze sterk geïntegreerd. Overtuigingen hebben invloed op jouw denken, voelen en handelen. Ze zijn helpend, maar kunnen je ook beperken. Jij hebt jouw overtuigingen onbewust eigen gemaakt, In reactie op wat je hebt ontmoet in het leven. Op dát moment was de overtuiging voor jou zeker relevant. Hij paste in en bij de groep waarin jij thuis was.

Klopt jouw overtuiging wel?

Want klopt jouw overtuiging nú nog wel? Verschillende overtuigingen op een rij:

  • Zelfbeeld overtuigingen: dit zijn overtuigingen over onszelf. Als: ”Ik ben niet goed genoeg” of “Ik ben niet slim”.
  • Waarde overtuigingen: dit zijn overtuigingen over wat belangrijk is in het leven. Denk aan: “Geld is het belangrijkste in het leven” of “Geluk is het belangrijkste in het leven”.
  • Wereldbeeld overtuigingen: dit zijn overtuigingen over hoe de wereld werkt. Voorbeelden: “De aarde is een pannenkoek” of “Alle mensen zijn goed”.

Is jouw overtuiging relevant?

Overtuigingen hebben invloed op jouw dagelijks leven. Ze beïnvloeden jouw gedrag en hoe je reageert op situaties. Dat maakt het belangrijk om je bewust te zijn van jouw overtuigingen. Als jij denkt niet goed genoeg te zijn rem jij jezelf onbewust af. In de vooronderstelling dat jij het toch niet goed genoeg kunt. Overtuigingen zijn niet per definitie fout. Ze zijn ook niet voor niets ontstaan. Maar zijn ze NÚ nog relevant? Wat je als kind niet lukte hoeft als volwassene geen probleem te zijn. En die platte pannenkoek. Klopt die wel met de feiten zoals we die kennen?

Wat je gelooft is wat je doet

Het is een klein bruggetje. Van overtuiging naar irrationele gedachten. Irrationele gedachten sturen je een kant op. Vergezeld van spanning. Ik moet……. En dat moet lukken, anders ben ik niet oké. ‘Moeten’ vergezeld van oordeel en zelf opgelegde straf in één gedachte. “Mijn huis moet altijd netjes zijn, dat vind iedereen” – “Je bent een sloddervos”. “Je werkt altijd door tot het klaar is, dat hoort iedereen te doen” – “Je bent een luilak”. “Ik moet het perfect doen, fouten maken is jezelf onvoldoende voorbereiden” – “Je bent dom als je fouten maakt”. Je kent vast meer voorbeelden!

Het pantser, ingesmeerd met groene zeep

Merk je op hoe eisend jouw gedachten zijn? Voor jou, omdat je altijd alles goed moet doen? Voor anderen als je eist dat er wordt gewerkt, geleefd, volgens jouw norm? Heb je eenmaal deze gedachten omarmd. Omdat je ervan overtuigd bent dat hét zo hoort. Dan heb je onbewust een pantser opgebouwd. Een harnas aangetrokken. Ingesmeerd met groene zeep. Zodat alle ratio die op je af komt zonder moeite van je af glijdt. Irrationele gedachten helpen je niet verder. Je wordt er eerder klein, onzeker, bang, boos en verdrietig van. 

Word je bewust van je gedachten patroon

Het gaat er niet om of je gedachten goed of fout zijn. Of je gelijk hebt, of dat ze logisch zijn. Het zijn bovenal gedachten die jou niet verder helpen. Ze zijn ineffectief als:

  • ze leiden tot ineffectief gedrag/emoties, waarmee je zelf niet uit de voeten kunt
  • er geen onderbouwing is met feitelijke gegevens;
  • niet logisch consistent zijn oftewel de redenering klopt niet.

We kennen ze allemaal. Irrationele gedachten. En toch steken ze telkens weer de kop op. Wordt je er bewust van. Omarm hoe jij dit doet. En als je wilt ga je oefenen.

Leer anders kijken

Oefenen met RET. Een methode om gedrag of emoties om te buigen. Om te buigen van ineffectief naar effectief. Het komt voort uit de cognitieve gedragstherapie. Met hulp van RET leer je anders tegen een lastige situatie aan te kijken. Leidend naar ander gedrag en ander gevoel in lastige situaties. Gaat het als vanzelf? Helaas. Er is werk te verzetten. Weliswaar met ogenschijnlijk eenvoudige stappen. Maar toch. Het is belangrijk om te weten waar je in gelooft. Irrationele gedachten en patronen zijn sterk verankerd in je overtuigingen. Het is goed om die (vooraf) te leren kennen.

Op zoek naar jouw gedachten

Een (A) gebeurtenis roept een (B) gedachte op. Dit wekt (C) gevoelens en gedrag op. 

Stel dat je een taak hebt uit te voeren. En de gedachte “ik ben niet goed genoeg” komt boven. Dan wordt je gevoel en gedrag bepaalt door wat je denkt. In plaats van dat je ‘open’ begint aan de taak. Deze tussenstap van gedachten vindt razendsnel plaats. En meestal onbewust. Je geeft een waardeoordeel aan je gedachte. Je wordt er klein, onzeker, bang, boos en verdrietig van. Hoe jij jouw gedachten beoordeelt heeft effect op jouw gedrag en emotie. Op zoek dus naar jouw gedachten in diverse situaties.

Ik RET mij in plaats van RED mij

RET is de afkorting van rationeel-emotieve therapie. Met onderstaand stappenplan kun jij zelf aan de slag. Gedachten waarvan je overtuigd bent kunnen je helpen én belemmeren. Wat je gelooft is wat je doet. Met het stappenplan ga je op zoek. Naar de gebeurtenis, de gedachte en het gevoel/gedrag. Dat zijn de stappen 1 t/m 5. Vervolgens is het tijd voor verandering. Stap 6 t/m 8.

STAP 1

Beschrijf de A

Wat is de gebeurtenis, aanleiding of de situatie die het ongewenste gevoel en gedrag oproept?

STAP 2

Beschrijf de C

Wat is de ongewenste niet-productieve emotie en het daarmee samenhangende gedrag?

STAP 3

Formuleer de gewenste C

Hoe wil jij je gaan voelen als dergelijke situaties zich voordoen? Hoe wil jij je gaan gedragen?

STAP 4

Beschrijf de belangrijkste B

Wat zijn de gedachten waarmee je C veroorzaakt? Beschrijf de interpretaties, maar vooral ook de evaluaties.

STAP 5

Daag de irrationele gedachte uit waarmee je het ongewenste gevoel en gedrag veroorzaakt en stel deze ter discussie.

—————————————–

STAP 6

Vervang de irrationele gedachtendie onder B zijn gevonden door rationele gedachten. De antwoorden van stap 5 leveren helpen je om rationele gedachten te formuleren.

STAP 7

Beproef het resultaat

Test in je fantasie of in de werkelijkheid uit of je door de nieuwe B’s, de meer rationele gedachten, beter op de situatie kunt reageren. Hoe voelt het om er zo tegen aan te kijken?

STAP 8

Maak je eigen oefenprogramma en voer deze uit om de meer rationele en productieve denkwijze in je gedrag in te voeren.