Ik ben ….. ziek

Ik ben ….. ziek

Remmend
tot stilstand
komen bij Jezelf
het verhaal wordt verteld.
Luisteren?

Tot stilstand komen waar versnelling is gewenst. In een maakbare wereld bijna niet te verkroppen. Toch oogst persoonlijk aanvaarden van tot stilstand komen veel bewondering. Juist op ‘zonnig’ social media. Waar evenveel bewondering is voor strijd, voor tegengas, voor ontkenning. Voor die bewondering moet je trouwens wel écht ziekt zijn.

In vroeger tijden ging de zieke naar een heelmeester. Een meester in het helen zogezegd. Voor veel ziektes was er echter (nog geen) remedie. Ziekte kon dus niet altijd worden geheeld. Ook nu wordt heling en geheeld worden gebruikt. Maar dan zonder een link met ziekte. Hoe zit dat eigenlijk?

Ik ben ziek. In de taal die ik (ook) spreek is deze uitspraak heel gewoon. Toch klopt deze uitspraak niet. Ziek is namelijk niet wat je bent. Ziek is een uiting van onbalans. Een signaal. Een boodschap. Achteraf bekeken blijkt ziekte vaak niet uit de lucht te zijn komen vallen.

Opgegroeid zijn met “altijd doorgaan”; “niet zeuren” en ‘het gaat vanzelf over’” is niet ongebruikelijk voor mijn generatie. En in de praktijk blijkt dat veel klachten inderdaad vanzelf over gaan. Al dan niet weggedrukt met medicijnen. Door luisteren naar je lijf te beschouwen als zweverig ligt het onbegrip op tafel.

Alles met alles. Een bondige samenvatting van holisme. Lichaam en geest zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. En hebben invloed op elkaar. Als je voortdurend een zware mentale last moet dragen, ligt pijn in de rug/schouders/nek voor de hand. Wat niet te verteren is heeft zijn effect op ingewanden.

Ziekte is niet wie je bent. Je hébt een ziekte. Een signaal van onbalans. Die soms te herleiden is naar eigen geestelijk (niet) welbevinden. Maar niet altijd. Ziekte is geen eigen schuld, dikke bult. Het is mogelijk zelfs generaties overstijgend. Ziekte is een deel van jou wat ingesloten mag worden.

Als alles wat er is, er mag zijn, is alles ingesloten. Ziek en toch geheeld.

Heb het goed! Joan 

Kleur bekennen

Kleur bekennen

Denk niet wit, denk niet zwart 
denk niet zwart-wit 
maar in de kleur van je hart 

Kleur. Het is 45 jaar geleden en toch komt die gebeurtenis vanuit het onbewuste telkens weer naar de bovenlaag. Een gebeurtenis die voor mij alles te maken had en (nog steeds) heeft met kleur. En de verwarring die kan ontstaan in kleur.

Denk niet wit, denk niet zwart, maar in de kleur van je hart zong Frank Boeijen 40jr. geleden nav de dood van Kerwin Duinmeijer in 1983. In dit blog een bespiegeling over kleur. Over zwart en wit, kleuren die beide niet als kleur worden gezien. Zwart en wit, uiteinden van een spectrum. Het één weerkaatst en geeft terug, de ander absorbeert en laat het ‘verdwijnen’. En er is meer!

De stroom van het leven

Een zwartkijker is iemand met een sombere blik. Iemand die het leven zwaar neemt. Meegaan in de stroom van het leven en je daaraan overgeven (b)lijkt onbereikbaar. Wit is een ‘kleur’ aan het andere uiterste van het spectrum. Op zoek naar de tegenhanger van zwartkijker trof ik op het WWW deze zin in het Nederlands Dagblad: De Witkijker leest en denkt in deze donkere maanden na over het nieuws en signaleert verhalen die hoopvolle ontwikkelingen laten zien, als tegenwicht voor de dagelijkse stroom onheil. Hoop en positiviteit als tegenhanger van de sombere (negatieve?) kijk op het leven. 

Wij en zij – de tegenstelling

In eerdere blog-artikelen heb ik geschreven hoe wij mensen groepsdieren zijn en dat het (evolutionair) belangrijk is om deel uit te maken van een groep. Er zijn boeken vol geschreven over dit onderwerp. Ik zelf laat mij hierin graag inspireren door de boeken van Piet Weisfelt. Je kleur bekennen is jezelf in de groep plaatsen die deze kleur onderschrijft. Dat geeft stevigheid, houvast, controle, rugdekking. Je weet je gezien en om de identiteit van de groep te waarborgen is het gemakkelijk om je af te zetten tegen groepen ‘met een andere kleur’. 

Conformeer of vertrek

De verzuiling die we hebben gekend in Nederland is een goed voorbeeld van samenklonteren en afwijzen. Er was geen ruimte voor de kleuren die bestaan tussen zwart en wit. De sociale groepscontrole was daarvoor te groot. Er zit veel veiligheid opgesloten in deze samenklontering. JIJ hoort erbij! De voorwaardelijkheid zit er dan in dat jij je wel hebt te conformeren aan de groep. Anders lig je eruit. Hoor je er niet meer bij. De grens opzoeken was daardoor een risicovol pad. De meeste groepsleden kozen angstvallig voor het zich conformeren aan de groep. Zonder zich er slecht bij te voelen.

Wat moet JIJ wel niet van mij denken

Losbreken uit de voorwaardelijkheid van de verzuiling was als een bal die te lang onder water was gehouden. De opgebouwde druk zorgde ervoor dat het verlaten van groepsidentiteit doorschoot naar individualisme. Een nieuwe heilige graal. Ergens van losrukken is een proces van spanning opbouwen en ontladen. Als twee mensen zich achterover hangend aan elkaar vasthouden en elkaar vervolgens plotseling loslaten dan zijn twee mensen hun stevigheid kwijt en kun je eigenlijk alleen maar vallen. Het vastklampen aan een (vermeende) groep hoorde ik onlangs nog in de opmerking: “Als ik dát doe, wat moeten de mensen dan wel niet van mij denken?

In het grijs ben je op jezelf aangewezen

Het is goed of het is fout. Wat de uitkomst is, hangt af tot welke groep je behoort. Nu is dualiteit iets wat in heel ons leven speelt. De vraag is hoe jij je kunt verhouden tot beide polariteiten. Kun jij van het een naar de ander bewegen? Of zit je vast in het uiterste punt van een polariteit. Hieronder een paar voorbeelden van polariteiten:

  • Vertrouwen-Wantrouwen; 
  • Schuld-Onschuld; 
  • Strijd-Overgave
  • Man-Vrouw
  • Samen-Apart
  • Autonomie-Twijfel/Schaamte
  • Leven-Dood
  • Drama-Eigen Plek

Tussen Zwart en Wit zitten ongelooflijk veel nuances van grijs. En het is juist in dat grijs waarin je op jezelf bent aangewezen. Een plek van verwarring.

Een poort naar een nieuwe realiteit

De verzuiling is maar een voorbeeld. Het losmaken van de verzuiling, de ontkerkelijking die daar onlosmakelijk mee verbonden is. Het geeft verwarring. Heel veel verwarring. En dat is nodig. Want verwarring is de poort naar een nieuwe realiteit. Dat wij het als mensen moeilijk vinden hoe om te gaan met deze verwarring zien we in het ontstaan van allerlei nieuwe groepen. Er wordt een nieuw houvast gezocht. Waar hoor ik bij? En wie hoort daar vervolgens vooral niet bij? De identiteit wordt opnieuw ontleend aan de groep. Is er voor jou nog ruimte voor de vragen: “Wie ben ik in het geheel?”; “Wie ben ik ten opzichte van jou?”

Door de verwarring heen: Vertrouwen

Denk niet wit, denk niet zwart, denk niet zwart-wit. Denk in plaats daarvan in de kleur van je hart. Je kunt het beluisteren als een aanklacht. Maar ook als een aanmoediging!Een aanmoediging om door alle verwarring heen te blijven vertrouwen. En dat vertrouwen begint als altijd weer bij jezelf. Pas als jij jezelf kunt vertrouwen en lief te hebben ben je in staat een ander te vertrouwen en lief te hebben. Het leven leven is de energie laten stromen. Meegaan in de flow, aannemen wat voorbijkomt in het vertrouwen dat jij mee en op kunt gaan in de levensstroom.

De twijfel is lang gebleven

45 jaar geleden – Hemelvaartsdag. Als altijd op een donderdag. Een christelijke feestdag. Een vrije dag. Blijkbaar een prima dag om de dakspanten te plaatsen op de door mijn vader zelf gebouwde bungalow. Een dag met een moment van verwarring. Van twijfel. Ik was mij zo bewust van die verwarring dat ik die tot op de dag van vandaag dit nog kan oproepen. Kan dit wel? Mag dit wel? Op Hemelvaartsdag? Natuurlijk heb ik er geen vragen over gesteld. Maar de twijfel is lang gebleven. Kan iets een beetje goed of een beetje fout zijn? Er zijn veel van die verwarrende momenten in mijn leven geweest. Wegdrukken en conformeren is de eerste impuls, de gedachte toelaten dat ik er zélf iets van mag vinden krijgt steeds meer voet aan de grond.

Het huis staat er nog steeds, stevig gebouwd. Een huis met plezierige én verdrietige momenten. En ook dat is een polariteit waartoe ik mij heb te verhouden.